
De Broederkerk is elke zaterdagmiddag open tussen 14:00u en 17:00u. Je bent dan van harte welkom om de kerk te bezichtigen of om even tot rust te komen. De Broederkerk is gemakkelijk te bereiken en bevindt zich op een korte loopafstand van het stadscentrum van Kampen. De kerk is open voor bezoekers.
Oorspronkelijk dateert de Broederkerk uit de 14e eeuw, gebouwd door de Kamper minderbroeders als kloosterkerk voor het naast de kerk gelegen Broederklooster. Een brand in 1472 legde een groot deel van de kerk in de as. Bij de herbouw is deel gebruikgemaakt van de bestaande muren en ook bestaande materialen zijn verwerkt in de nieuwe muren. In die periode van herbouw is het achtzijdige traptorentje tussen beide beuken van het koor geplaatst evenals de kapconstructie van het schip en het koor. Ruim een eeuw later wordt er een scheidingsmuur tussen het schip en het koor geplaatst als de kerk in handen van de protestantse gemeenschap van Kampen valt. Ook het orgel dateert uit de zestiende eeuw maar is sinds die tijd meerdere malen ingrijpend gewijzigd. De tweede dwarsmuur dateert uit de 19e herstelwerkzaamheden plaats onder leiding van stadsarchitect Nicolaas plomp. Meest recent is de restauratie in 2009.
De (Herv.) Broederkerk (Broederstraat 16) is een langgerekte tweebeukige hallenkerk met vijfzijdig gesloten koren en daartussen een achtzijdig traptorentje. De minderbroeders waren in 1300 reeds in de stad gevestigd. Vanaf het tweede kwart van de 14de eeuw bouwde men aan het schip, waarvan de twee beuken mogelijk in fasen zijn opgetrokken. In 1385 werd nog steeds aan de kerk gewerkt. Van de koorpartij, die wellicht in het begin van de 15de eeuw werd voltooid, resteert nog muurwerk tussen de beide huidige koorbeuken. Na een brand in 1472 werd de kerk hersteld en kwam een nieuw tweebeukig koor met traptorentje tot stand. Bij het noordkoor is deels gebruik gemaakt van bestaand muurwerk. Het buitenmuurwerk van de koorpartij toont hergebruik van oude baksteen in de onderste lagen. Het werk was omstreeks 1490 voltooid. De kapconstructies van schip en koor dateren van de herbouw. Na de overdracht van de kerk aan de protestanten in 1581 kwam er een scheidingsmuur tussen schip en koor en bij een verbouwing in 1820 werd een travee westelijker een tweede dwarsmuur opgetrokken. Omstreeks 1840 heeft men onder leiding van N. Plomp de westgevel nieuw beklampt en de dakruiter op de zuidbeuk gerestaureerd. In de dakruiter hangt sinds 1994 een klok uit 1948, afkomstig uit de Paasbergkerk te Arnhem. De kerk is gerestaureerd in 1967-'71, waarbij de in 1809 aangebrachte houten kerkramen zijn blijven zitten.
Het interieur van de twee schipbeuken wordt overdekt door kruisribgewelven - waarschijnlijk vernieuwd na de brand van 1472 - die in het midden rusten op slanke zuilen met koolbladkapitelen. Negen verspreid in de kerk voorkomende figuratieve kapitelen zullen nog van vóór de brand dateren. Vanwege de aangrenzende gebouwen zijn de vensters aan de noordzijde van de kerk dichtgemetseld. Tot de omstreeks 1845 naar ontwerp van N. Plomp vernieuwde inrichting behoren de preekstoel, het doophek, het tochtportaal en een als een amfitheater lopend gesloten hekwerk met banken tegen de binnenwand. Het orgel bevat onderdelen uit omstreeks 1620, maar is verbouwd door Jan Morlet III (1656) en Frans Caspar Schnitger (1786-'91). De orgelbalustrade dateert uit 1821-'22, evenals de toen door A. van Gruisen naar ontwerp van B. Feijnebuik gebouwde orgelkast, die J. Proper later nog heeft vergroot. De orgelbeelden zijn vervaardigd door G. Spijker (1882). In de kerkvloer zitten diverse grafzerken, waaronder een priesterzerk uit 1540 en een zerk uit 1630 met twee wapens. Het noordkoor heeft kruisgewelven en een afsluitend straalgewelf, de gewelven van het zuidkoor zijn weggehaald en vervangen door een zoldering. De zogeheten Lemkerzaal (verdieping noordkoor) was oorspronkelijk vermoedelijk de librije van het klooster.